Als ik niet naar buiten hoef en gewoon lekker vanuit mijn huiskamer de buitenwereld kan bekijken, dan vind ik sneeuw prachtig. Dat wil zeggen, de witte deken die over de wereld ligt. Niet de bruine drab van enkele uren later, als auto’s en dappere fietsers de deken aan gort hebben gereden. Als het dan ook nog eens stevig vriest en de drab van vies verandert in spekglad, dan heb ik het wel gehad met die sneeuw en mag van mij de zomer weer aan.
Dat opgevroren sneeuw -of drab- glad is weet iedereen. Net als dat je daardoor kunt uitglijden en lelijk terecht kunt komen, waardoor je letsel oploopt. Alledaagse gebeurtenissen met alledaagse gevolgen. Toch is dat geen reden voor een werkgever om de gladheid niet te bestrijden.
→